Betekenis van psychoanalyse

Wat is Psychoanalyse:

Psychoanalyse is een theoretische klinische tak die zich bezighoudt met het verklaren van het functioneren van de menselijke geest, en helpt bij de behandeling van psychische stoornissen en neurosen. Het object van studie van de psychoanalyse richt zich op de relatie tussen onbewuste verlangens en de gedragingen en gevoelens die mensen ervaren.

De theorie van de psychoanalyse, ook bekend als "zielentheorie", is gemaakt door de Oostenrijkse neuroloog Sigmund Freud (1856 - 1939). Volgens Freud verkeert veel van de psychische processen van de menselijke geest in een toestand van bewusteloosheid, gedomineerd door seksuele verlangens.

Alle onderdrukte verlangens, herinneringen en instincten zouden worden "opgeslagen" in het onbewuste van de mensen en, door middel van associatiemethoden, zou de psychoanalyticus - beoefenaar die de psychoanalyse uitoefent - de motieven van bepaalde neurosen of de verklaring van bepaald gedrag dat eigen is aan de hun patiënten, bijvoorbeeld.

Etymologisch gezien is de term psychoanalyse een verwijzing naar de Griekse psyche, die letterlijk 'adem' of 'adem' betekent, maar die een complexer begrip heeft dat gerelateerd is aan moderne ideeën dan de geest, het ego en de ziel van mensen zou zijn.

Zie ook: de betekenis van Psyche.

Theorie van de psychoanalyse

De basisprincipes van deze theorie, ontwikkeld door Freud, worden samengevat in de drie belangrijkste werken van de neuroloog: "Interpretation of Dreams" (1899), "Psychopathology of Daily Life" (1904) en "Three Essays on the Theory of Sexuality" .

Kortom, de studie van Freud vertegenwoordigt de zogenaamde 'algemene theorie van de persoonlijkheid', die bestaat uit een methode van psychotherapie. Voor een goed begrip van mentale processen vanuit het perspectief van de psychoanalyse, is het noodzakelijk om de drie niveaus van bewustzijn van de mens te onderscheiden:

Bewust: het is de staat waarin we weten (we zijn ons bewust) van wat we denken, voelen, spreken en doen. Het zijn alle ideeën waarvan mensen op de hoogte zijn dat ze bestaan ​​/ denken.

Voorbewustzijn: het is de staat van ideeën die onbewust is, maar dat ze weer bewust kunnen zijn, als er de juiste leiding van de aandacht van de individuen naar hen is. De gedachten die in deze toestand zijn, kunnen bijvoorbeeld vanuit de dromen worden waargenomen.

Onbewust: waar alle verlangens en ideeën worden onderdrukt, gecensureerd en ontoegankelijk voor de bewuste staat, maar die uiteindelijk het gedrag en de gevoelens van individuen beïnvloeden.

Op basis van de waarneming kan de psychoanalyticus sporen van trauma's, verlangens of ideeën die zijn onderdrukt in het onderbewustzijn van de patiënt identificeren en die als gevolg gedragsstoornissen en neurosen veroorzaken.

Vorming van bewusteloosheid

Nog steeds volgens Freuds Theorie van Psychoanalyse, is het menselijke onbewuste onderverdeeld in drie elementen die helpen bij de balans en regulering van het gedrag van het individu.

Id : waar zijn de instincten en aandrijvingen gerelateerd aan plezier, zoals onbewust vleselijke, materiële en seksuele verlangens bijvoorbeeld.

Ego : karakteriseert de persoonlijkheid van elk individu, handelt als de balans van Id (principes van onbewuste genoegens) en superego (de morele regels die de extravagantie van Id beperken).

Superego : bewaakt de menselijke geest, houdt deze altijd alert op de principes van moraliteit, en vermijdt dat er overdreven afwijkingen zijn naar de Id.

Psycho-seksuele ontwikkeling

Een van de meest controversiële punten in Freuds studie is dat de psychoanalyticus beweert dat de persoonlijkheid van individuen gerelateerd is aan de seksuele ontwikkeling van het individu, zelfs tijdens de eerste levensjaren.

Voor Freudiaanse psychoanalyse doorloopt de mens vijf fasen om zijn psychoseksuele proces te voltooien, als er een probleem is in de ontwikkeling van een van deze fasen, kan het resultaat verschijnen in de vorm van toekomstige stoornissen of neurosen tijdens het volwassen leven.

  • Mondelinge fase: tijdens het eerste levensjaar voelt de baby plezier door zijn of haar mond te stimuleren, hetzij door een fopspeen of door andere voorwerpen naar de lippen te brengen. Als deze fase niet correct wordt overwonnen, kan volgens de theorie van Freud obsessies ontstaan, zoals vraatzucht, overspreken, enzovoort.
  • Anale fase: tussen het tweede en derde levensjaar is het kind tevreden met de verdrijving of retentie van hun uitwerpselen. Overdreven fixatie door organisatie en reinheid kan een van de gevolgen zijn voor de slechte ontwikkeling van deze zin.
  • Fallische fase: tussen het vierde en vijfde levensjaar, wanneer het kind hun geslacht ontdekt en plezier voelt bij het hanteren van hun geslachtsorgaan. Freud legt ook uit dat het in dit stadium is dat het zogenaamde "Oedipuscomplex" begint.

Meer informatie over de betekenis van het Oedipus-complex.

  • Latentiefase: van het vijfde tot het twaalfde levensjaar, wanneer de constructie van logisch denken en onderdrukken van seksuele impulsen plaatsvindt, waardoor het individu meer controle heeft over zijn paranormale leven.
  • Genitale fase: vanaf het twaalfde levensjaar, wanneer het individu al in de puberteit is getreden, waardoor de interesse van hemzelf is verschoven naar die van andere mensen of dingen om hem heen. In deze fase beginnen de verbindingen en verlangens voor andere mensen, voor sociale en menselijke activiteiten, bijvoorbeeld.

Lacanische psychoanalyse

Het wordt beschouwd als de "vervolmaking" van de psychoanalytische methode ontwikkeld door Freud. De lacaniaanse psychoanalyse werd gemaakt door Jacques Lacan (1901 - 1981), een Franse psychoanalyticus die geloofde dat zijn psychoanalytische model geen wetenschap was, maar een "school" waar de patiënt wordt aangestuurd om de kern van zijn wezen te identificeren.

In tegenstelling tot post-Freudiaanse psychoanalytici, pleitte de psychoanalyse van Lacan voor een 'terugkeer naar Freud', waarbij hij zijn originele teksten en ideeën gebruikte om een ​​bijgewerkte herlezing te formuleren.

In tegenstelling tot de Freudiaanse bases, geconcentreerd in de kennis van fysica en biologie, is het Lacanisme vooral gericht op de structuur van taal en logica.

Psychoanalyse en psychologie

De psychoanalyse werkt volledig onafhankelijk in de psychologie, waarbij de laatste een wetenschap is die verantwoordelijk is voor het bestuderen van mentale processen en menselijk gedrag.

De psychoanalyse daarentegen bestaat uit een specifieke methode van therapeutische studie (psychotherapie), die zich richt op de interpretatie van de processen van de psyche op het niveau van het menselijke onbewuste, met de bedoeling bijvoorbeeld mentale stoornissen of neuroses te behandelen.

Meer informatie over psychologie en psychoanalyticus.

De professional die afstudeert in de psychologie kan zich theoretisch specialiseren in verschillende methoden van therapeutische aanpak, zoals de psychoanalyse zelf, behaviorisme en gestalt .

Zie ook: de betekenis van behaviorisme en gestalt.