Omkering van de bewijslast

Wat is de omkering van de bewijslast:

Inversion of Proof Charge is een wetinstituut dat bepaalt dat een bewijs van een vermeende situatie moet worden geleverd door degenen die worden vervolgd .

Het is een uitzonderlijk geval, aangezien de algemene regel van de burgerlijke rechtsvordering bepaalt dat het bewijs moet worden geleverd door degenen die beweren dat dit hun recht is.

Leer de betekenis van Burden of Proof.

De omkering van de bewijslast is vervat in art. 6e, artikel VIII van wet nr. 8078/90, code van consumentenbescherming:

Artikel 6 °. Dit zijn basisrechten voor de consument:

VIII - het vergemakkelijken van de verdediging van zijn rechten, inclusief de omkering van de bewijslast, in zijn voordeel, in het civiele proces, wanneer, naar het oordeel van de rechter, de beschuldiging waarschijnlijk is of wanneer het volgens de gewone ervaringsregels hypo-efficiënt is .

Inversion wordt veel gebruikt in deze tak van wetgeving om de consument te beschermen, omdat het wordt beschouwd als het meest kwetsbare deel van de consumptieverhouding, dat hyposufficient wordt genoemd.

Zie de betekenis van hypersufficiëntie.

Hyposufficiëntie is een vereiste waarmee de rechter kan bepalen of de bewijslast wordt omgekeerd. De tweede vereiste is de waarheidsgetrouwheid, dat wil zeggen de analyse van wat gunstig is en wat ongunstig is voor degene die om erkenning van een recht vraagt.

Hoewel het meer wordt gebruikt in de consumentenwetgeving, kan de mogelijkheid om de bewijslast om te keren ook worden toegepast in het arbeidsrecht.

De toepassing in het arbeidsproces gebeurt om dezelfde redenen die het gebruik in het recht van de consument mogelijk maken, dat wil zeggen door de kwetsbaarheid van de partij die het recht opeist.

Het is ook een uitzondering, maar in bepaalde situaties is het mogelijk dat de werknemer die om een ​​recht vraagt ​​het niet kan bewijzen. In dat geval kan de rechter bepalen dat het de taak van de werkgever is om te bewijzen dat het recht van de werknemer niet van toepassing is.

Hoewel het meer wordt toegepast in consumentenrecht en arbeidsrecht, is het mogelijk dat de omkering van de bewijslast wordt toegepast op andere gebieden van het burgerlijk recht.

In art. 373, §1º, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering stelt de rechter in staat de omkering vast te stellen indien hij dit nodig acht:

Lid 1 - In de gevallen voorzien door de wet of gelet op de bijzonderheden van de zaak in verband met de onmogelijkheid of de buitensporige moeilijkheid om de last op grond van de voorwaarden te vervullen of, om het bewijs van het tegendeel gemakkelijker te verkrijgen, kan de rechter de bewijslast van op een andere manier, op voorwaarde dat dit gebeurt bij een met redenen omkleed besluit, in welk geval het de partij in de gelegenheid moet stellen de aan haar toegeschreven last te vervullen.

Zie ook de betekenis van Real Ounces en Sucumbency.