invoer

Wat is een invoer:

Input is een mannelijk zelfstandig naamwoord uit het gebied van economie en industrie, wat elk van de elementen is die essentieel zijn voor de productie van een bepaald product of een bepaalde service .

De input is afgeleid van de Latijnse term insumere, wat betekent 'besteden' in de betekenis van 'gebruik maken van'. In het Engels wordt het woord invoer vertaald door invoer, dat wil zeggen, wat wordt geïntroduceerd tijdens het produceren van een uitvoer .

Een invoer kan op twee manieren worden bekeken: als een productiefactor of als grondstof . De inputs die als productiefactoren worden beschouwd, kunnen zijn: machines, werkuren, kapitaal, enz.

Veel mensen twijfelen aan het verschil tussen input en grondstof. De grondstof wordt als input beschouwd, maar een input is meer dan een grondstof. De grondstof is het basismateriaal of het belangrijkste van een product. Maar om de grondstof in het eindproduct te transformeren, zijn andere inputs nodig die in dit proces worden gebruikt.

Op het gebied van de gezondheidszorg is een farmaceutische input een chemische stof of een aanvulling die wordt gebruikt bij de productie van een geneesmiddel, omdat het een van de eerste stappen van de farmaceutische industrie is.

Hoe complexer het eindproduct, hoe meer inputs er nodig zijn. Bijvoorbeeld: een auto, het heeft verschillende ingangen nodig, zoals staal, rubber, plastic, glas, elektronische componenten, enz.

Als een input veel vraag heeft en het aanbod niet te groot is, neemt de waarde ervan toe. Om deze reden zal de prijs van een product met een hoge invoer ook een hoge prijs hebben.

Sommige synoniemen van invoer kunnen zijn: factoren, invoer, materialen, grondstof, enz.

Landbouw inputs

Landbouwproductiemiddelen zijn productiemiddelen die worden gebruikt voor de productie van landbouwproducten, of het nu groenten of vee betreft.

Ze kunnen worden onderverdeeld in:

  • Mechanische ingangen: alle apparatuur en machines die worden gebruikt voor de bereiding en het onderhoud van producten. Bijvoorbeeld: trekkers, irrigatiesystemen, enz.
  • Biologische inputs: elementen die van plantaardige of dierlijke oorsprong zijn. Ex: Meststoffen, planten, enz.;
  • Minerale of chemische inputs: producten uit gesteenten of vervaardigd in laboratoria. Ex: meststoffen, agrochemicaliën, enz.