existentialisme

Wat is existentialisme:

Existentialisme is een filosofische doctrine die zich concentreert op de analyse van het bestaan en de manier waarop menselijke wezens bestaan ​​in de wereld. Het probeert de zin van het leven te vinden door onvoorwaardelijke vrijheid, keuze en persoonlijke verantwoordelijkheid.

Volgens deze filosofische stroming bestaan ​​de menselijke wezens eerst en dan passeert elk individu zijn leven, waardoor het zijn essentie of aard verandert.

Deze filosofische tendens die in Europa ontstond en zich ontwikkelde tussen de twee wereldoorlogen (1918-1939) wordt gekenmerkt door zijn analyse te concentreren op het bestaan, niet begrepen als feit of feit maar als een alledaagse individuele realiteit.

Existentialisme, terwijl het een humanistische reactie tegen elke vorm van vervreemding vertegenwoordigt, heeft een uitgebreide reeks voorlopers: Socrates, St. Augustine, Maine de Bitan, enz. Maar in engere zin gaat de oorsprong van het existentialisme terug naar Kierkegaard, die, in tegenstelling tot de hegeliaanse speculatieve filosofie, een filosofie projecteert volgens dewelke het subject vitaal betrokken is bij zijn reflectie en niet beperkt is tot een abstracte objectivering van de realiteit. Met het oog hierop verdedigt hij de onherleidbaarheid van het menselijk bestaan ​​in relatie tot elke idealiserende of resistieve poging.

Existentialisme van Sartre

De belangrijkste vertegenwoordiger van het atheïstische existentialisme is Jean-Paul Sartre, die belangrijke werken publiceerde zoals L'Existentialisme est un Humanisme ("Existentialism is a Humanism") van 1946 en L'Être et Le Néant (The Being and the Nothing) van 1943 .

Volgens Sartre gaat het bestaan ​​vooraf aan essentie, dat wil zeggen, het bestaat eerst en bepaalt vervolgens de essentie, door zijn acties en manier van leven. Dus atheïstisch existentialisme was in strijd met het christelijke existentialisme, omdat de mens verantwoordelijk was voor het definiëren van zijn essentie en niet voor God.

Atheïstisch existentialisme

Het existentialisme ontwikkelde zich in twee richtingen: één atheïst en één christen. Atheïstisch existentialisme stelt dat zonder God het hele universele fundament verdwijnt, wat de subjectiviteit van de moraliteit doet ontstaan. Dan ontstaat er een gevoel van angst dat menselijke kwetsbaarheid onthult, de unieke verantwoordelijkheid voor elke handeling en de noodzaak om vrije actie te richten op een individueel zelfontwerp of een sociaal engagement.

Filosofisch existentialisme had een grote invloed op de theologie (R. Bultmann), literatuur (A. Camus) en psychiatrie (Binswanger).

Christelijk existentialisme

Christelijk existentialisme impliceert gemeenschaps- en interpersoonlijke liefde als een middel tot een morele transcendentie van absolute aanwezigheid. Het benadrukt de verdediging van een antropologisch perspectief, hoewel het het atheïstische imanentismo niet erkent. Het wordt vertegenwoordigd door K. Barth, G. Marcel en K. Jaspers.

Zie ook de betekenis van het humanisme.