Godsdienstonderwijs

Wat is religieus onderwijs:

Religieus onderwijs bestaat uit een discipline van het basisonderwijs in Brazilië, waar het hoofddoel is om reflecties voor te stellen over stichtingen, gebruiken en waarden van de verschillende religies die in de samenleving bestaan.

Het is een discipline die wordt gekenmerkt door het zoeken naar het begrip van de verschillende vormen van religie, het onderzoeken van interdisciplinaire onderwerpen, via activiteiten die bovenal dialoog en respect tussen religies stimuleren.

Op deze manier kan religieus onderwijs op twee manieren worden onderwezen: de biechtstoel, wanneer informatie exclusief wordt gegeven van een bepaalde religie of de multireligieuze of interreligieuze, wanneer informatie wordt gegeven over de belangrijkste religieuze groeperingen.

Vanuit het standpunt van de school als een pluralistische instelling, richt de focus van religieus onderwijs zich op het ontwaken van religiositeit bij studenten, van kindertijd tot adolescentie. Dit is echter een praktijk die ook in de thuisomgeving kan voorkomen.

Godsdienstonderwijs in Brazilië

De federale grondwet van 1988 stelt dat Brazilië een seculiere staat is en daarom doctrines van welke religie dan ook niet kan bevorderen of verdedigen. Om deze reden is de discipline van religieuze leer optioneel, dat wil zeggen, niemand kan worden verplicht om het te bestuderen en het heeft ook geen invloed op de schoolprestaties van de student.

In die zin bevestigt de Wet van richtlijnen en basissen van nationale opvoeding, volgens het CF, het facultatieve karakter van de discipline, zoals voorgeschreven in artikel 33:

Artikel 33 Religieus onderwijs, dat optioneel is, is een integraal onderdeel van de basiseducatie van de burger en vormt een discipline van de normale uren van openbare basisscholen, en waarborgt respect voor de culturele diversiteit van religie in Brazilië, zonder enige vorm van proselitisme.

§ 1 De onderwijssystemen regelen de procedures voor het bepalen van de inhoud van godsdienstonderwijs en stellen de normen vast voor de bewaring en toelating van de leraren.

§ 2 De onderwijssystemen zullen de civiele entiteit, gevormd door de verschillende religieuze denominaties, horen voor de definitie van de inhoud van de religieuze leer.

Op 27 september 2017 heeft een beslissing van het federale hooggerechtshof echter besloten om vast te stellen dat godsdienstonderwijs op openbare scholen het denominatie-karakter kan hebben, dat wil zeggen dat de lessen kunnen worden onderwezen volgens de leringen van een specifieke religie, hoe dan ook, blijft optioneel.

Zie ook de betekenis van doctrine en proselitisme.