Betekenis van kleurentheorie

Wat is de theorie van kleuren:

Theory of Colors zijn de studies en experimenten die verband houden met de associatie tussen licht en de aard van kleuren, gemaakt door onder andere Leonardo Da Vinci, Isaac Newton en Goethe.

Leonardo Da Vinci, in zijn onderzoek en formuleringen afgebeeld in het boek "Verhandeling over schilderkunst en landschap - Schaduw en licht", bevestigde dat kleur een eigenschap van licht was en geen objecten.

Later bestudeerde de Engelse natuurkundige Isaac Newton in zijn experimenten de invloed van zonlicht op de vorming van kleuren. Newton bestudeerde het fenomeen van diffractie, dat bestond uit de afbraak van zonlicht in verschillende kleuren bij het oversteken van een prisma, en noemde de reeks kleuren als een spectrum.

Het spectrum wordt gevormd door de combinatie van kleuren rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet. De zeven kleuren die het licht van de zon vormen en die de regenboog vormen.

De chromatische cirkel bevat 12 verschillende kleuren, die u helpen de primaire, secundaire en tertiaire kleuren te visualiseren die deel uitmaken van het zichtbare spectrum.

Wit en zwart (conventioneel aangeduid door kleur) zijn alleen het resultaat van de aanwezigheid of afwezigheid van licht. De witte kleur is het zuivere licht, waarin een totale weerspiegeling van de zeven kleuren is; de zwarte kleur is totale afwezigheid van licht, omdat de kleuren niet reflecteren, ze worden opgenomen.

Wanneer zonlicht een wit voorwerp raakt, reflecteert het de zonnestralen, terwijl een zwart voorwerp alle zonnestralen absorbeert.

De studies uitgevoerd door de Duitse schrijver Goethe beïnvloedden de subjectieve perceptie van kleuren en de relatie tussen kleuren en psychologie en fysiologie.