empirisch

Wat is Empirisch:

Empirisch is een feit dat alleen vertrouwt op geleefde ervaringen, op de waarneming van dingen, en niet op wetenschappelijke theorieën en methoden. Empirisch is die kennis die gedurende het hele leven wordt verworven, van dag tot dag, die helemaal geen wetenschappelijk bewijs heeft.

Empirische methode is een methode die met vallen en opstaan ​​wordt gemaakt, wordt gekenmerkt door gezond verstand en iedereen begrijpt zijn eigen weg. De empirische methode genereert leren, omdat we feiten leren door middel van geleefde en getuige ervaringen, om conclusies te trekken. Empirische kennis is vaak oppervlakkig, gevoelig en subjectief.

Empirische kennis of gezond verstand is kennis die is gebaseerd op een vulgaire of directe, niet-methodische ervaring die niet op een rationele manier is geïnterpreteerd en georganiseerd.

Empiricus is ook de naam die is toegewezen aan die persoon die belooft ziekten te genezen, zonder wetenschappelijke opvattingen, een soort genezer, die vaak een charlatan is. Het is om deze reden dat het antoniem van empirisch "rigoureus", "nauwkeurig" of "nauwkeurig" is.

Empirisme in de wetenschap

Voor de wetenschap is empirisch een soort van eerste bewijs om een ​​aantal wetenschappelijke methoden te bewijzen, de eerste stap is observatie, om een ​​onderzoek te doen, wat de wetenschappelijke methode is. In de wetenschappen wordt veel onderzoek in eerste instantie gedaan door observatie en ervaring.

Empirisme in filosofie

In de filosofie was empirisme een thema dat veel werd besproken door de Engelse filosoof John Locke in de zeventiende eeuw, waar hij zegt dat de menselijke geest een soort "leeg kader" is, waar we dagelijks kennis registreren door onze gewaarwordingen.

Andere filosofen hebben ook empirie bestudeerd, zoals Aristoteles, Francis Bacon, Thomas Hobbes en John Stuart Mill, en door deze studies zijn theorieën naar voren gekomen als de theorie van kennis.

Experimenteel empirisch

De empirisch-experimentele theorie is ook bekend als de Theory of Persuasion, en werd ontwikkeld vanaf de jaren 1940 en veroorzaakte het verlaten van de hypodermische theorie. Deze theorie herziet het communicatieproces als een mechanische en directe vorm tussen de stimulus en de respons. De empirisch-experimentele theorie verschilt tussen de conceptie dat het mogelijk is om belangrijke effecten te bereiken als de uitgezonden boodschap de juiste structuur heeft en het duidelijke idee dat het vaak niet mogelijk is om de gewenste effecten te bereiken. Het is mogelijk om de ontvangers van het bericht te overtuigen of het past in de parameters die het gebruikt bij het interpreteren van het bericht.

Inductief, empirisch

Francis Bacon, een Engelse filosoof uit de 16e en 17e eeuw, was de grondlegger van de inductieve methode van wetenschappelijk onderzoek. Volgens Bacon was de inductieve empirische methode de enige die de mens in staat zou stellen de natuur te onderwerpen.

De empirische inductieve methode bedenkt wetten volgens de observatie van feiten, volgens een bepaald waargenomen gedrag en zijn generalisatie. Volgens Francis Bacon stelt observatie alleen ons in staat iets nieuws te weten.