intellect

Wat is Intellect:

Intellect betekent begrip, redenering, reflectie . Intellect komt van het Latijn en betekent van binnenuit lezen, het is een cognitieve kracht van de menselijke ziel, waardoor het iets van zichzelf weet, iets dat het omringt en iets dat het overstijgt. Het intellect is een faculteit en een daad, die wordt uitgeoefend door middel van intelligentie. Hij die gebruik maakt van het intellect wordt intelligent genoemd.

Het intellect herkent als zijnde van zijn kennis de immateriële realiteit, maar een deel van de materiële werkelijkheden, dat wil zeggen, voorbij de stoffelijke dingen die het intellect zichzelf eerst probeert te kennen, want er wordt gezegd dat het intellect niet van belang is. De wetenschap heeft haar uitgangspunt in intellectuele activiteit.

Aanvankelijk werd het intellect geassocieerd met de perceptie van noties van metafysica, en werd het beschouwd als een vermogen van het hoogste begrip, en was superieur aan de rede. Later was het intellect gerelateerd aan de kennis van eindige dingen, terwijl het oneindige door rede werd benaderd.

Het intellect heeft zijn eigen object, het wordt entiteit genoemd (wat uit het Latijn komt en wat betekent) alle realiteit dat het intellect de natuur of essentie beschouwt, dat wat het intellect opvat.

De actie van het intellect is om de realiteit te kennen en de natuur te vatten, gericht op de waarheid die de adequaatheid van het intellect met het ding is. wanneer het de waarheid vaststelt, bevestigt het als waar, terwijl het ontkent wat het niet is.

Intellect en filosofie

Volgens de filosoof Anaxagoras, en rekening houdend met een klassiek-Griekse conceptie, werd het intellect gebruikt voor het ordenen van de kosmos en was het bijgevolg gerelateerd aan het menselijke denken, dat de kosmische orde overweegt. Aristoteles onderscheidt het intellect van gewaarwordingen, begeerten en verlangens en beweert dat het intellect "het deel van de ziel is waarmee het weet en denkt."

Het intellect is niet alleen verantwoordelijk voor reflectie, maar verwijst ook naar een kritische reflectie, bewustzijn en analyse van de fundamenten of de redenen voor iets.

Plato en Aristoteles beschreven het intellect op een generieke manier, als het vermogen om in het algemeen te denken. Sommige filosofen zagen het intellect echter als een activiteit of specifieke denktechniek, zijnde: intuïtief intellect, operant intellect of als begrip of intelligentie.