Positief recht

Wat is positieve wetgeving:

Positief recht bestaat uit de verzameling van alle regels en wetten die het sociale leven en de instellingen van een bepaalde plaats en gedurende een bepaalde periode regelen . De federale grondwet is een voorbeeld van positieve wetgeving, omdat het, net als andere wetten en geschreven codes, dient als een discipline voor het ordenen van een samenleving.

Ook wel bekend als juspositivismo, positieve wetgeving is veranderlijk, omdat de wetten die het functioneren van een bepaalde natie beheersen, in de loop van de tijd kunnen worden gewijzigd, rekening houdend met factoren die in overeenstemming zijn met de realiteit die door deze specifieke samenleving wordt geleefd.

Juridisch positivisme ontstond in het midden van de negentiende eeuw in Europa, als een stroming die de wet verdedigde als de wet van de enige waarde en voortkwam uit de staat. Deze gedachte stond in contrast met het model van de natuurwet, dat geloofde in het idee van universele rechtvaardigheid gebaseerd op de wetten van de natuur, de wetten van God (vanuit het perspectief van de kerk), of de menselijke rede (Verlichting).

Voor de positivisten is de wet een rechtsproduct dat fungeert als een mechanisme van sociale organisatie, gebaseerd op een 'sociaal contract'. Volgens doctrines van juspositivas zijn de normen eerlijk omdat ze geldig zijn. Dit concept is tegengesteld aan het denken aan naturalistische doctrines, die volgens hen geldige normen zijn omdat ze eerlijk zijn, anders zou er geen geldigheid moeten zijn.

Na de Tweede Wereldoorlog en de resultaten waargenomen door de nazi's en fascistische regimes, werd echter opgemerkt dat het beginsel van ethiek in de wet moest worden gehandhaafd. Wettelijke wetten zouden niet alleen afhankelijk moeten zijn van de willekeurige beslissingen van politici, maar deze moeten gebaseerd zijn op morele, ethische en andere normen die door de natuurwetgeving worden geboden.

Zie ook: Betekenis van het positivisme.

Natuurrecht en positieve wetgeving

De natuurwet bestaat uit een abstract idee van het recht, als een geheel van universele regels en regels, natuurlijk en behorend tot een 'hogere' gerechtigheid. Met andere woorden, de principes van het natuurlijk recht moeten opvallen in vergelijking met positief recht.

De natuurwet is universeel en strekt zich uit tot alle mensen, ongeacht hun nationaliteit of de tijd waarin zij hebben geleefd. Het recht op leven en vrijheid zijn voorbeelden van natuurlijke rechten, aangezien deze aan alle individuen zouden moeten worden verleend.

Dus kan worden geconcludeerd dat mensenrechten worden gevormd door enkele van de basisprincipes van wat de natuurwet zou zijn.

Meer informatie over mensenrechten.

Anders dan de positieve wet die voortvloeit uit de beslissingen van de staat, is de natuurlijke wet afgeleid van de essentie van een natuur, bijvoorbeeld van religieuze oorsprong (de wil van God) of de rationaliteit van de mens.

Positieve wetgeving heeft een formeel, tijdelijk en territoriaal karakter. Wetten zijn hiërarchisch georganiseerd, voortkomend uit de politieke wil van de natie (sociaal pact), en afkomstig van de staat. Bovendien kunnen wetten herroepelijk, variabel en veranderlijk zijn.

De natuurwet daarentegen heeft een universeel karakter en is onafhankelijk van de menselijke wil. Zijn wetten zijn eeuwig, onveranderlijk en onherroepelijk. Ze ontwikkelen zich niet van verschijnselen of historische kenmerken.

Meer informatie over de betekenis van natuurwet en jusnaturalisme.