fotosynthese

Wat is fotosynthese:

Fotosynthese betekent het biologische proces uitgevoerd door het chlorofyl dat aanwezig is in groene planten, die door de energie van zonlicht water en koolstofdioxide absorberen uit de atmosfeer die worden omgezet in chemische energie . Tegelijkertijd komt er zuurstof vrij in de atmosfeer, die de lucht vernieuwt en zuivert.

Door middel van fotosynthese accumuleren de groene planten zonne-energie en transformeren deze in verbindingen die worden gesynthetiseerd uit koolstofdioxide. Licht, water, chlorofyl en kooldioxide maken deel uit van dit proces. In fotosynthese is het mogelijk om twee fasen te identificeren: licht en donker.

Fotosynthese is van fundamenteel belang voor het voortbestaan ​​van alle levensvormen op aarde, omdat je hierdoor de essentiële energie voor het leven krijgt. De voedselketen wordt voortgezet omdat dieren en andere wezens die geen fotosynthetische capaciteit hebben, afhankelijk zijn van de organische stoffen die door groene planten als voedselbron worden aangeboden.

De term "autotroof" verwijst naar wezens die het vermogen hebben om hun eigen voedsel te synthetiseren. "Heterotrofen" zijn mannen en de meeste dieren hebben dit vermogen niet.

Het proces van fotosynthese uitgevoerd door autotrophs werd in 1778 ontdekt door de Nederlandse wetenschapper Jan Ingenhousz, die getuige was van de uitstoot van zuurstofgas door planten die werden blootgesteld aan zonlicht.

Heldere fase en donkere fase van fotosynthese

In de lichte fase vindt de absorptie van licht plaats door chlorofyl en andere pigmenten, die de fotoreductie van NADP + maken met de deling van water en fotofosforylering van ADP. Aldus treedt de vorming van NADPH en ATP (adenosinetrifosfaat) op.

In de donkere fase vindt de reductie van koolstofdioxide en de vorming van andere koolstofhoudende organische verbindingen plaats.

Fotosynthese en chemosynthese

In tegenstelling tot fotosynthese bestaat chemosynthese uit de vorming van organisch materiaal zonder toevlucht te nemen tot zonne-energie. Dit verschijnsel wordt meestal uitgevoerd door bacteriën, meer specifiek de ferrobacteriën, de sulfobacteriën en de nitrobacteriën.