cytology

Wat is cytologie:

Cytologie, nu celbiologie genoemd, is de wetenschap die de structuur, samenstelling en fysiologie van cellen bestudeert door celmembranen, cytoskelet, cytoplasmische organellen en nucleaire componenten.

Het woord "cytologie" komt van het Grieks, waar kytos = cel en logos = studie.

Cytologie is een van de takken van de natuurwetenschappen en de geschiedenis is nauw verwant aan de komst van de microscoop.

De naamcel werd voor het eerst gebruikt in 1665 door de Engelse wetenschapper Robert Hooke in 1665, toen hij de eerste observatie maakte van cellen in een kurkfragment.

Cytologie (celbiologie) is in de vorige eeuw sterk gegroeid dankzij de toenemende kracht van het oplossen van de analyseinstrumenten, de ontwikkeling van nieuwe technologieƫn en de convergentie van cytologie met genetica (cytogenetica), fysiologie (celfysiologie), biochemie Immunologie (Immunocytochemistry), naast andere wetenschappen.

Vrijwel alle functionele en fysisch-chemische transformaties van het organisme vinden plaats in de moleculaire architectuur van de cel, dus de kennis van zijn submicroscopische of ultrastructurele organisatie is van fundamenteel belang.

De ontdekking van aminozuursequenties, structuren en driedimensionale ordening van het molecuul, onderzoeken naar enzymen, het moleculaire model van DNA, hebben cytologie tot een van de belangrijkste takken van de biologische wetenschappen gemaakt en zijn erg belangrijk geworden voor genetica, biochemie en pathologie.

Tegenwoordig kan cytologie worden gezegd om celproblemen op alle niveaus te bestuderen, te beginnen met moleculaire organisatie.

Cellulaire theorie

Theodor Schwann concludeert in 1839 dat alle levende wezens uit cellen worden gevormd en samen met de botanicus Schleiden de cellulaire theorie vaststellen, waarin staat dat alle levende wezens, dieren, planten of protozoa zonder uitzondering zijn samengesteld uit cellen en cellulaire producten. De theorie stelde ook vast dat elke cel uit een andere cel komt.